Wanneer gebruik je welke rijverlichting?
Elk voertuig heeft verschillende soorten verlichting die bij verschillende omstandigheden gebruikt kan worden, denk aan mist of slecht weer. Hieronder leggen we uit wanneer u welke verlichting gebruikt.
Log in en voeg producten toe door op het icoon te klikken.
Log in en voeg producten toe door op het icoon te klikken.
Elk voertuig heeft verschillende soorten verlichting die bij verschillende omstandigheden gebruikt kan worden, denk aan mist of slecht weer. Hieronder leggen we uit wanneer u welke verlichting gebruikt.
Dimlicht is de verlichting die standaard wordt gebruikt wanneer het donker is maar ook als het zicht minder is door mist, hagel, regen of sneeuw. Bij ingeschakeld dimlicht branden de koplampen, de achterlichten en de kentekenplaatverlichting. | |
Stadslicht of standlicht is bedoeld om een geparkeerd voertuig zichtbaar te maken. Bij stadslicht branden de achterlichten, de twee kleine lampjes aan de voorkant en de kentekenplaatverlichting. Die lampjes aan de voorzijde maken het voertuig wel zichtbaar maar verlichten de weg voor de auto niet. | |
Grootlicht zorgt voor maximale verlichting van de weg voor de auto. Grootlicht mag alleen ’s nachts gevoerd worden, wanneer er geen ander verkeer in de buurt is omdat het verblindend kan zijn voor tegenliggers. | |
Mistlampen produceren aan de voorzijde van de auto een brede, felle lichtbundel die onder de mistbank door schijnt om de weg te verlichten. Het mistachterlicht mag alleen worden gebruikt wanneer het zicht door mist of sneeuwval (dus niet bij zware regenval) minder is dan 50 meter want anders hindert het achterliggers. |